Casa Sankara

Voor het goede voorbeeld moet je in Puglia zijn.

De Italiaanse coöperatieve supermarktketen “iper Coop” van “Coop Alleanza 3.0” verkoopt vanaf deze week gepelde tomaten in blik (de zogenaamde “pelati”) en gezeefde tomaten (de “passata”) in fles gemaakt van tomaten die geproduceerd zijn direct door Afrikaanse immigranten in eigen beheer en voor eigen rekening. Ze komen van een boerderij die Casa Sankara heet (waarover meer hieronder). De prijs is eerlijk en dus hoger dan die van de tomaten waar het bloed van de moderne slavernij aan kleeft (noot 1)
De grootschalige uitbuiting van immigranten, overwegend uit Afrikaanse landen, door een kapitalistisch zoniet ronduit mafioos koppelbazensysteem wordt tegenwoordig “Caporalato” genoemd, met verwijzing naar de activiteit van de “korporaal”, de koppelbaas die dagelijks de dagloners selecteert. Die arme landarbeiders zijn de “braccianti” die niks anders in de weegschaal te gooien hebben dan hun beide armen. De uitbuiting is schandalig: er is gerapporteerd dat de mensen in het veld slechts € 3 per uur verdienen (d.w.z. vaak een stukloon van die gemiddelde waarde) in plaats van de wettelijk verplichte € 11,50 en dat ze elke dag 10 uur achtereen moeten werken onder beestachtige omstandigheden in plaats van de voor het zware veldwerk normaal voorgeschreven 6 uur en 40 minuten met tenminste een rustdag in de week (zie noot 2). Ze betalen bovendien voor het vervoer van en naar de werkplek, de huur van hun krotten, matrassen, kookpotten enzovoorts, steeds aan diezelfde koppelbazen (noot 3).
De nu door mij geprezen supermarktketen weet dat er genoeg consumenten zijn die met hun koopgedrag het lot van de immigranten wil helpen verbeteren en tegelijkertijd de mafiose-kapitalistische uitbuiting van immigranten wil tegengaan.
Er is een voorgeschiedenis. De problematiek van de Caporalato spreidt zich uit over heel Italië met “hotspots” in vooral de streken waar tomaten en andere veldgewassen, inclusief granen, worden gekweekt. Het is de problematiek van de schrijnende uitbuiting van immigranten uit Africa (en voor-Azië) die in de mediterrane landen zijn blijven steken wegens het complete gebrek aan bereidwilligheid van de andere EU om ook hun verantwoordelijkheid te nemen. Frequent belichte misstanden rond het caporalato waren de laatste decennia vooaral gesitueerd in de landbouwgebeiden rond San Severo in Puglia, Gioia Tauro in Calabria en Agrigento en Gela in Sicilië. Maar de problemen komen ook elders voor in geheel Italië (zie noot 4), net als in andere mediterrane gebieden zoals met name in de “zee van plastic” van Almería in Andalusië, waar de kweekkassen gemaakt van halfdoorzichtig landbouwplastic tienduizenden hectaren beslaan (noot 5).
Een van de beruchte probleemgebieden in Italië is, zoals gezegd, het gebied rond San Severo in Foggia in Puglia. Daar woonden de talrijke immigranten onder erbarmelijke omstandigheden bijeen in krottenwijken. Met de stijgende toestroom van Afrikaanse immigranten die de Middellandse Zee zijn overgestoken groeiden de groepjes barakken in de laatste jaren uit tot ware “slaapstadjes” (zoals de “baraccopoli di Rignano Garganico”, de “Gran Ghetto”). Hun bevolking leeft iedere dag weer met de hoop om als “flexwerker” mee te mogen gaan met de “wervende” korporaal” voor een lange werkdag tegen een schamele vergoeding. Eigenlijk is hun situatie, zeg ik voor de historici onder ons, vergelijkbaar met die van de inheemse bevolking die eeuwenlang (en dan vooral in de 19e eeuw) in de extensieve graanbouw op de grote landerijen werkten, de “latifondi”, en in de “agrotowns” strikt gescheiden van de akkers in gammele woningen bijeen waren geschaard (zie noot 6).
In maart 2017 werd het Grote Ghetto in de omgeving van Rignano Garganico, na een brand en nog veel meer ellende, door de politie en de brandweer ontruimd en gesloopt. Daar zouden op dat moment zo’n 2000 tot 3000 landarbeiders hebben “gewoond”. Zij werkten overdags op de landerijen in de wijde omgeving. Door de ontruiming van de “Gran Ghetto” zijn veel van deze mensen verspreid geraakt. Inmiddels zijn sommigen ook weer opnieuw naar die plek teruggekeerd (noot 7). Maar toch is er nadien ook veel veranderd, dankzij een initiatief dat een paar jaar tevoren was gestart. Vanwege de publieke en politieke ophef, namelijk, en ongetwijfeld ook deels uit oprechte verontwaardiging, hebben de bestuurders van de bestuursregio Puglia maatregelen genomen om de misstanden te bestrijden. Dat hebben ze gedaan door bestaande initiatieven die de positie van de immigranten beschermen en verbeteren verder te ondersteunen. Zo hebben ze een omvangrijke productie-eenheid in licentie gegeven aan de vereniging “Ghetto out – Casa Sankara” voor gebruik door een groeiende groep van zeker 300 landarbeiders, met zeker 11 Afrikaanse nationaliteiten, die nu op het erf wonen en werken. Het areaal besloeg in 2017 reeds zo’n 20 hectaren dat gebruikt werd voor tarwe, tomaten en druiven. De vereniging wordt voorgezeten door Hervé Papa Latyr Faye uit Senegal (zie noot 8).
Casa Sankara is vernoemd naar de revolutionaire president Thomas Sankara. Hij is in 1983 tot president verheven door een groep collega-militairen die hem uit huisarrest bevrijdden; deze groep, en hijzelf, zouden hebben kunnen rekenen op een grote achterban bij het algemeen publiek. In 1984 berichtte de ambassade van de VS: “His domestic message, delivered in his continuous travels throughout the country, is one of fairness, equality, rights of the poor, liberation of women from treatment as chattel, and power to the people” (geciteerd in Brian J. Peterson, Thomas Sankara: A Revolutionary in Cold War Africa, Indiana University Press: 2021, p. 2). Vanwege zijn revolutionaire hervormingen, die natuurlijk op uiterst linkse leest waren geschoeid, wordt hij door velen ook tegenwoordig nog bejubeld als een Afrikaanse “Che Guevara”. Hij voerde een felle emancipatiestrijd van zijn land aan de bovenloop van de Voltarivier, dat van nu af aan bekend zou staan als Burkina Faso, waarmee hij zich keerde tegen de dragers van het neokolonialisme. Daar vielen uiteraard spaanders (bijvoorbeeld vanwege het vervallen van de juridische veronderstelling van onschuld). Maar er stond veel op het spel: “Imperialisme is uitbuiting”, zou hij hebben gezegd. “Die manifesteert zich niet slechts in gewelddadige vorm, zoals wanneer gewapende mannen komen om een gebied te veroveren. Nee, vaak manifesteert imperialisme zich in de vorm van leningen, voedselhulp, chantage. Vandaar ons doel: een systeem bevechten dat een kleine groep mensen in staat stelt om de gehele mensheid te beheersen” (de bron van deze herhaaldelijk weergegeven verklaring is me onbekend). Thomas Sankara werd in 1987 vermoord (noot 9).
Het is toepasselijk dat het eerste eigen boerenbedrijf van Afrikaanse arbeidsmigranten is vernoemd naar deze pan-Afrikaanse vrijheidsstrijder. Want de betrokkenen hebben eindelijk enige mate van vrijheid, rechtvaardigheid en waardigheid herwonnen (zie noot 10).
Ik zei het: er is een voorgeschiedenis van de eerlijke tomaten. In Puglia waren vanaf september 2019 reeds op vele plaatsen de blikjes gepelde tomaten met het keurmerk NoCap te koop, welke naam natuurlijk slaat op No-Caporalato. Dat was een project van de Kameronees Yvan Sagnet in samenwerking met de “Gruppo Megamark di Trani” die met 500 supermarkten in Puglia opereert. De “pelati” van NoCap komen van producenten die zich houden aan de regels van een convenant dat de uitbuiting van illegale immigranten uitsluit (inz. een cooperatie van producenten in Rignano Garganico) (zie noot 11). Bovendien zijn de tomaten van NoCap biologisch verantwoord gekweekt en binnen 24 uur na de oogst ingeblikt. Dat geldt in ieder geval voor de NoCap “pelati” van Goodland, waarvan de blikken in Italië online worden aangeboden voor 1,15. Een standaard flesje gezeefde tomaten (“passata”) van Goodland met het NoCap keurmerk kost dan € 1,75 (noot 12).
 Het nieuwtje van de week betreft de tomaten van het merk R’Accolto (een dubbelzinnige verwijzing naar “raccolto” = “oogst” en “accolto” = “welkom ontvangen zijnde”) waarbij de apostrof ook kan worden gelezen als het punt van een “i” in het woord “Riaccolto”. Dat laatste verwijst naar “riaccogliere”, opnieuw “welkom thuis heten”; “Riaccolto” betekent hier niet alleen “thuisgekomen zijn” maar ook, en in dit geval vooral, iets “herwonnen” hebben, te weten de Vrijheid. Daarom staat op de blikjes dat de tomaten zijn geproduceerd op “het Land van de Vrijheid”. Dat wil zeggen de vrijheid van uitbuiting door de kapitalisten en de mafia van de “Caporalato”. Het zijn de producten die gemaakt zijn van de tomaten die, zoals het bericht van deze week verteld, geproduceerd zijn door de vrije Afrikanen op de grote coöperatieve boerderij van Casa Sankara.

Ik zou zeggen: vooral opschalen, opdat ook in Nederlandse supermarkten spoedig deze eerlijke “pelati” en “passate” te koop zullen zijn!


Zie ook de video “Riaccolto, il pomodoro del riscatto” (22 febbraio 2021 – Antenna Sud – canale 13).


Noot 1. De aanleiding van dit schrijven is het bericht van de lancering van het merk Riaccolto, waar verderop in het stuk nader op in wordt gegaan: Michele Pennetti, “Foggia, da schiavi a produttori di pelati: il riscatto degli immigrati che sfidarono la mafia dei caporali”, Corriere del Mezzogiorno, 19 februari 2021 (https://corrieredelmezzogiorno.corriere.it/bari/cronaca/21_febbraio_18/foggia-schiavi-produttori-pelati-riscatto-immigrati-che-sfidarono-mafia-caporali-1a4602e2-721a-11eb-b8c0-29bca4a97353.shtml).

Noot 2. Verklaring van Yvan Sagnet of van Lucio Cavazzoni –– het was me niet geheel duidelijk maar ze maken beiden deel uit vanb hetzelfde project –– in een artikel van Ilaria Vesentini, “Goodland lancia i pomodori pelati senza la piaga del caporalato”, Il Sole 24 Ore, 11 december 2019: “il caporalato ha imposto un modello in cui le persone nei campi si pagano 3 euro lordi l’ora e non 11,5 euro e si fanno lavorare 10 ore al giorno in condizioni animalesche, non 6 ore e 40 minuti con un giorno di riposo alla settimana, come da norma” (https://www.nocap.it/2020/01/08/goodland-lancia-i-pomodori-pelati-senza-la-piaga-del-caporalato/)

Noot 3. Voor een uitgebreid online verslag van het dagelijks leven in het sloppenkamp met de getuigenis uit september 2019 van een “bewoner” uit Sierra Leone, voorzien van foto’s en video’s, zie Pamela Kerpius,”Going Homeless In Gran Ghetto”, Migrants of the Mediterranean, 16 october 2019 (http://www.migrantsofthemed.com/motm-exclusive-going-homeless-in-gran-ghetto). Daar vinden we ook de verwijzing naar haar verslag van 22 augustus 2018 met getuigenissen van Afrikanen in het soortgelijke sloppenkamp in het Borgo Mezzanone ghetto (http://www.migrantsofthemed.com/motm-update-the-quality-of-lives).

Noot 4. Voor mijn weergave van de verspreiding van het probleem van de caporalato als manifestatie van de infiltratie van de “agromafia” in de Italiaanse landbouw, baseer ik me op diverse krantenberichten in de afgelopen jaren en, meer systematisch, op de bevindingen van het onderzoek terzake van van de Italiaanse vakbond CGIL uit 2014: L’Osservatorio Placido Rizzotto, red., Agromafie e Caporalato. Secondo rapporto, CGIL / FLAI, Roma 2014).

Enkele voorbeelden van de krantenberichten en online publicaties zijn:
Tobias Jones and Ayo Awokoya, “Are your tinned tomatoes picked by slave labour? How the Italian mafia makes millions by exploiting migrants”, The Guardian 20 juni 2019 (https://www.theguardian.com/world/2019/jun/20/tomatoes-italy-mafia-migrant-labour-modern-slavery)

Ellen den Hollander, “Wie tomaten koopt, opent een blik vol tranen en pijn”, AD, 7 november 2019, ter aankondiging van een uitzending van het televisieprogramma Keuringsdienst van Waarde op die dag: https://www.ad.nl/koken-en-eten/wie-tomaten-koopt-opent-een-blik-vol-tranen-en-pijn~a5805bba/

Anouk Franck, Werk aan de winkel voor Aldi, Lidl en PLUS. Uitbuiting van arbeiders in produktieketens is hardnekkig, Oxfam Novib 2019 (https://www.oxfamnovib.nl/Files/rapporten/2019/20191010
%20samenvatting%20Aldi,%20Lidl%20en%20PLUS%20scoren%20onvoldoende%20op%20mensenrechten.pdf)

Vooral over de Mar de plastic van Almería: Henk Thielkens, “Hoe supermarkten mensen ‘nekken'”, Menskracht, 13 juli 2018

(https://samenwerken.pleio.nl/groups/view/58089420/menskracht/blog/view/58089828/hoe-supermarkten-mensen-nekken).

 

Noot 5. Voor de omvang van het gebied en de groei vanaf 1963:

Noot 6. Voor de kapitalistische “latifondi” verwijs ik selectief naar een paar klassieke werken over latifundisme, eerst in Italië:

Frank M. Snowden, Violence and Great Estates in the South of Italy. Apulia, 1900-1922, Cambridge University Press: Cambridge etc. 1986;

Marta Petrusewicz, Latifondo. Economia morale e vita materiale in una periferia dell’Ottocento, Marsilio Editori: Venezia 1989;

Anton Blok, The Mafia of a Sicilian Village, 1860-1960. A Study of Violent Peasant Entrepreneurs, With a Foreword by Charles Tilly, Waveland Press: Prospect heights, Illinois 1974.

En voor vergelijkbare patronen in de agrarische sociale geschiedenis van Zuid-Spanje:

Edward E. Malefakis, Agrarian Reform and Peasant Revolution in Spain. Origins of the Civil War, Yale University Press: New Haven & Londen 1970

Juan Martinez-Alier, Labourers and Landowners in Southern Spain, St. Anthony’s Publications no.4, George Allen and Unwin: London 1971;

Noot 7. Zie de verwijzingen in de noten 3 en 4. Kritische beoordeling van het overheidshandelen en -nalaten met verdere verwijzingen: Matt Hermers, “Solidariteit met Afrikaanse landarbeiders in Italië na ontruiming kamp”, Supermacht, 7 maart 2017
(https://www.supermacht.nl/2017/03/07/solidariteit-met-afrikaanse-landarbeiders-in-italie-na-ontruiming-kamp/).

Noot 8. Informatie is ontleend aan een verklaring van de mede-oprichter en voorzitter van de vereniging Papa Latyr Faye (Hervé) van 24 januari 2017 (weergegeven op https://archiv.forumcivique.org/artikel/landwirtschaft-und-migration-casa-sankara-2611/) De vereniging heeft een eigen facebook pagina: CASA Sankara Associazione Ghetto Out

 

Noot 9. Er is nét een nieuwe politieke biografie van Thomas Sankara verschenen: Brian J. Peterson, Thomas Sankara: A Revolutionary in Cold War Africa, Indiana University Press: 2021. De geschiedenis van Thomas Sankara was tot dusver in de grote lijnen algemeen te achterhalen maar natuurlijk in het geheel niet zonder partijdigheid. De Nederlandstalige Wikipedia wijst nadrukkelijk op het autoritaire karakter van zijn marxistisch-leninistische revolutie (inz. de omgekeerde bewijslast) terwijl bijvoorbeeld de Italiaanstalige Wikipedia pagina veel meer ingaat op de, zullen we zeggen, volgens links georienteerd publiek meer “heilzame” bijdrage.  In Italië is Sankara zeer populair: zo heeft de Napoletaanse straatartiest Jorit Agoch (Jorit Ciro Cerullo) in het kader van zijn reeks “de menselijke volksstam”, een kolossaal portret van hem geschilderd op een muur in een buitenwijk van Napels, en wel als deel van een dubbelportret, waarbij de Afrikaanse Ché Guavara de bovenste helft van de muur beslaat en het een meisje uit Mali dat onlangs verdronken is in de Middellandse Zee, Kukaa genoemd, in het onderste deel is afgebeeld. Zie hiervoor het weblog artikel van Buona Palma Campania van 17 juni 2019 “Jorit Agoch: la sua arte fa vibrare Palma Campania” (https://www.buonapalmacampania.it/jorit-agoch-la-sua-arte-fa-vibrare-palma-campania/). Of zie: https://www.facebook.com/joritgraffiti/photos/a.590731567739702/2226064854206357/?type=3&theater). Ook in Frankrijk wordt de persoon opzichtig geëerd, en wel in een eveneens kolossale muurschildering in een buitenwijk van Parijs: “Huge mural of Thomas Sankara mural being put up in Ivry-Sur-Seine, a suburb of Paris with historic support for the French communist party” (https://www.reddit.com/r/communism/comments/9sm2qp/huge_mural_of_thomas_sankara_mural_being_put_up/). Zie ook: M. Fr., “Ivry-sur-Seine: une fresque en hommage à Thomas Sankara. Cette fresque est réalisée trente et un ans presque jour pour jour après l’assassinat de l’homme politique burkinabé.”, Le Parisien 19 octobre 2018 (https://www.leparisien.fr/val-de-marne-94/ivry-sur-seine-une-fresque-en-hommage-a-thomas-sankara-19-10-2018-7923510.php). De kunstenaar schijnt “Vinci Vince” te worden genoemd; de opdrachtgever was Mehrez Mraidi “responsable de l’association Kinkiliha qui a pour objectif l’émancipation pour les plus jeunes dans les quartiers de la ville” (http://www.street-heart.com/PM-D94200-17%20Vince%20Ivry.htm).

 

Noot 10. “Da schiavi a produttori di pomodoro. Da clandestini delle campagne a protagonisti di una filiera che al punto uno prevede il rispetto delle regole. Da vittime dei caporali a loro concorrenti. Le centinaia di migranti africani di undici nazionalità che vivono a Casa Sankara, l’immensa rimessa ristrutturata a San Severo dalla Regione per cancellare la vergogna della baraccopoli di Rignano Garganico, finalmente vedono realizzato il loro sogno” (Pennetti 2021, zie noot 1: https://corrieredelmezzogiorno.corriere.it/bari/cronaca/21_febbraio_18/foggia-schiavi-produttori-pelati-riscatto-immigrati-che-sfidarono-mafia-caporali-1a4602e2-721a-11eb-b8c0-29bca4a97353.shtml)

Noot 11. De producenten die leveren aan NoCap maken gebruik van de arbeid van een 40-tal arbeiders uit de omgeving van Foggia, een 20-tal van de “Ghetto’s” die nog bestaan in Borgo Mezzanone en Cerignola aangevuld met wat lieden van Casa Sankara. Maar allemaal genieten deze arbeiders nu goede arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. “Con il progetto «NoCap» vengono rispettati i diritti dei migranti ai quali vengono assicurati «contratti nazionali, dignitose strutture per alloggi, con acqua, luce e gas», mezzi di trasporto adeguati, visite mediche, dispositivi di sicurezza sul lavoro (scarpe antinfortunistiche, tute, guanti, mascherine) e bagni chimici nei campi di raccolta. Nel foggiano sono stati selezionati una quarantina di braccianti per la raccolta dei pomodori e una decina vengono dal ghetto di Borgo Mezzanone, altrettanti dal ghetto di Cerignola mentre alcuni provengono da Casa Sankara di San Severo.” (Fausta Chiesa, “Caporalato, un arresto a Potenza. E in Puglia nasce il bollino «No Cap»”, Corriere della Sera, 28 september 2019: https://www.corriere.it/buone-notizie/19_settembre_28/caporalato-arresto-potenza-puglia-nasce-bollino-no-cap-8dea3828-e1e1-11e9-a114-86d8f3deb29e.shtml)

Noot 12. Voor mijn voorbeeld van de online verkrijgbare producten met het keurmerk NoCap van van GoodLand, zie:
https://www.italianwhim.it/prodotto/pomodori-pelati-interi-biologici-no-cap/. Tevens in noot 2 voornoemd artikel van Vesentini (https://www.ilsole24ore.com/art/goodland-lancia-pomodori-pelati-senza-piaga-caporalato-ACmg5Z4?refresh_ce=1).

 

 

Passalacqua

Vandaag schenken we eindelijk weer eens een bijzonder fijne koffie: Passalacqua.

Een vrolijke presentatie van onze Passalacqua souvenirs.   ©2016 Huib J. Lirb

Een vrolijke presentatie van onze Passalacqua souvenirs. ©2016 Huib J. Lirb

Voor een indruk van de geboorteplaats van deze koffie heb ik ook een collage gemaakt van beelden van de zomervacantie van vorig jaar.

©2015-2016 Huib J. Lirb

Vacantie in Napels: Reggia di Caserta (beeldengroep in de vijver en aan de kop van de statige opgang), Vomero (Bar Mexico, Yo Soy Feliz), Quartiere Spagnuolo (metro station Toledo en omgeving tot aan Piazza Dante), Certosa (uitzicht)  ©2015-2016 Huib J. Lirb

 

 

De wonderlijke bloedband van de Napoletanen met hun beschermheilige

 

Wikipedia Creative Commons: Paola Magni - Flickr: Napoli. Il sangue è vivo. (https://it.wikipedia.org/wiki/San_Gennaro#/media/File:Napoli._Il_sangue_è_vivo.jpg)

Kardinaal Crescenzio Sepe voert het vervloeibaringsritueel uit.Wikipedia Creative Commons: Paola Magni – Flickr: Napoli. Il sangue è vivo. (https://it.wikipedia.org/wiki/San_Gennaro#/media/File:Napoli._Il_sangue_è_vivo.jpg)

Het wonder is weer geschied: het bloed van de Heilige Januarius is vloeibaar geworden. En daarmee is ook de spanning opgelost die de aanwezige gelovigen in de dom van Napels gisteren zowat de hele dag in zijn greep had gehouden, vanaf de vroege ochtend tot zo laat als 17:50u. De 16e december is één van de drie dagen in het jaar waarop de (diepgelovige) Napoletanen uitzien naar de oplossing van het bloed van hun beschermheilige dat de rest van de tijd in gestolde vorm bewaard zou zijn gebleven in het vacuüm van de veertiende-en-achttiende eeuwse ampule (zie eindnoot). Deze dag markeert en gedenkt de uitbarsting van de Vesuvius in 1631 die, zo wordt geloofd, nog tijdig werd beëindigd door de miraculeuze weerstand van de relieken van San Gennaro. (De andere twee dagen markeren de naamdag van de heilige – 19 september – en de dag waarop de relieken weer worden teruggezet in de catacomben – de eerste zondag van mei.) Dankzij de tijdelijke oplossing van het gestolde bloed van de heilige is de stad voorlopig weer gevrijwaard van een ramp (of “weet” men althans dat de stad dat is) waardoor hij anders nog zou worden getroffen in de komende termijn die, zo neem ik aan, in dit geval duurt tot de eerste zondag van mei. Het is een prachtig voorbeeld van dwangmagie of “instrumentele magie” – bekende begrippen in de sociologie en antropologie (Malinowski, Levi-Strauss, Mauss, waarbij te denken valt aan het trefwoord “mana”) – waarin door ritueel handelen een eerder (vermeend) wonder opnieuw word afgedwongen (of afgesmeekt). Persoonlijk vind ik het niet iets om te ridiculiseren maar juist te respecteren: laat mensen hun blik maar op het goede vestigen, op hoop, op vertrouwen; en laat ze zich daarbij maar rekenschap geven van hun kwetsbaarheid, afhankelijkheid en onmacht. Dat de verbeelding daarbij wonderlijk is, stoort mij in het geheel niet; sterker nog, de verbeelding kan ook verrijkend werken! De gelovigen van Napels voelen zich in ieder geval weer goed beschermd door hun schutspatroon: de stad is veilig. Want hoe dan ook, zo besluit het artikel op de website Vesuviolive, weten de Napoletanen toch altijd wel oplossingen te vinden voor rampen, zo niet met de handen uit de mouwen dan toch met de handen gevouwen … in gebed.

Eindnoot. In 2010 heeft een moleculair bioloog van de Napoletaanse universiteit Federico II,  Giuseppe Geraci, verklaard er na vier jaar onderzoek en experiment in te zijn geslaagd om de conversie van oud bloed van vaste stof tot vloeibaar en weer terug te reproduceren met behulp van middelen die in de veertiende eeuw bekend en beschikbaar waren; hiertoe is een vergelijkbare oude ampule geopend, eentje uit het klooster Eremo dei Camaldoli die niet meer aan een persoon of precieze context kon worden toegeschreven, en heeft het team eigen bloed gebruikt om de chemische processen te reproduceren  (Il Mattino 5 februari 2010). De ampule bevat dus vrijwel zeker menselijk bloed dat na eeuwen nog steeds vloeibaar kan worden om later weer te stollen weer stollen, door de bewegingen en temperatuurwisselingen die in het ritueel van de inspectie zijn verwerkt. Dit betekent natuurlijk niet dat de bloedresten in de ampule ook echt van de heilige Januarius was. Deze man was een martelaar uit de derde eeuw wiens relieken reeds in de vierde eeuw werden vereerd. De ampule dateert uit de achttiende eeuw met een kern die tenminste zou dateren uit de veertiende eeuw, uit welke eeuw ook de eerste getuigenis van het wonder dateer (voor meer over de dateringen en onderzoeken, zie het Italiaanse Wikipedia artikel over San Gennaro).  Maar hoe wonderlijk of weinig (ver)wonderlijk men de gebeurtenis van de “vervloeibaring” ook zou vinden, iedere keer wordt er toch iets wonderlijks in Napels verricht. “Het werkelijke wonder van Sint Januarius is het geloof zelf dat het vermogen heeft om mensen gerust te stellen. Het is de affectie die de Napoletanen hebben voor hun beschermheilige en zijn relieken”, aldus Geraci (in het geciteerde artikel van Il Mattino: «Il vero miracolo di San Gennaro è la fede che è capace di suscitare. L’affetto dei napoletani per il patrono e per la sua reliquia», gevolgd door de mooie verwijzing van de journalist – mogelijk Michele de Lucia– naar “de zekere bloedband” tussen de stad en zijn patroon: “Legame di sangue, stavolta senza dubbi.” (zie de verwijzing hierboven, naar Il Mattino van 5 februari 2010).

Het Olie-Reservaat van Stellenbosch

Een veelgeprezen olijfolie uit Stellenbosch, Zuid-Afrika, gezet in een Pugliees stilleven met Hollandsche asperges. Mmmm, merkwaardig…..

 Een veelgeprezen olijfolie uit Stellenbosch, Zuid-Afrika, gezet in een Pugliees stilleven.

Een veelgeprezen olijfolie uit Stellenbosch, Zuid-Afrika, gezet in een Pugliees stilleven met asperges.

Deze olie van het Morgenster Estate in Stellenbosch is vorig jaar opgenomen in de lijst met excellente olijfolie van de internationale topoliegids Flos Olei van Marco Oreggia, samen met een Romeinse olie (frantoio romano) in de rubriek “Le azende del cuore”, d.w.z.  in die van de hartstochtelijke olieproducenten (zie bijvoorbeeld, in het Italiaans, vinievino). De fles werd ons onlangs vriendelijk aanbevolen door Dennis Delicious in Badhoevedorp. Vanaf de 1990er jaren wordt het bedrijf van de Morgenster gevoerd door een geëmigreerde Italiaan (Giulio Betrand uit Biella in Piemonte) en sindsdien produceert het, behalve olijfolie, ook wederom wijnen van goede naam. Wederom, want kennelijk is het bedrijf lange tijd in het slop gebleven.

De oude wijngaarden van het Morgenster domein waren in de 1880-er jaren getroffen door de phylloxera, een plaag die zowat alle druivenstokken vernietigde in de oude wereld en blijkbaar ook Zuid-Africa. Alleen een paar valleien, hellingen en eilanden in Europa bleven buiten schot, als bij een wonder van Asterix. Na de ramp moesten overal druivenstokken uit de Nieuwe Wereld worden terug gehaald, gerepatrieerd als het ware, om de rouwende hellingen van de Oude wereld weer opnieuw te bevolken. Dit is in de kringen van historici en van wijnliefhebbers een nog steeds veelbesproken catastrofe.

Wat heeft dit alles met het  gekunstelde stilleven van deze foto te maken? Dat zit zo: op dit moment, eigenlijk in de laatste drie jaar, worden de eeuwenoude olijfboomgaarden van Salento in de hak van Zuid-Italië geteisterd door een “nieuwe” bacterie, de Xylella fastidiosa, die de bomen zichzelf doen uitdrogen tot de dood erop volgt. Deze verwoestende plaag is zo’n drie jaar geleden per ongeluk geïmporteerd vanuit, jawel, de transatlantische Nieuwe Wereld. Het begon met vier besmette koffieplantjes in Gallipoli, een klassiek olijfoliecentrum waar de Nederlanders in de zeventiende en achttiende eeuw, net als de Engelsen en andere Noord-Europeanen, reeds veel van hun olijfolie vandaan haalden. De Italiaanse kranten berichten inmiddels bijna wekelijks over de verwoestende opmars van de Xylella die zich verspreidt als parasiet van mottenlarven en vooral spuugdiertjes. De Europese Unie adviseert (beveelt eigenlijk) nu al enige tijd met klem tot quarantaine met de inrichting van een cordon sanitaire in de vorm van een kaalslag vergelijkbaar met een brandgang die door het bos loopt. Maar de lokale producenten, hun bestuurders en hun omwonenden willen de monumentale boomgaarden die het adembenemend mooie cultuurlandschap zo sterk bepalen – Unesco werelderfgoed –  , niet zomaar opgeven. Zoals een producent het in een video van Sergio Rizzo van de Corriere della Sera het wil: als ik naast mijn moeder’s sterfbed sta dan wil ik haar niet wurgen, ook al lijdt ze, maar dan haal ik álles en iedereen erbij om haar te redden. Ook de “groenen” in Apulië zijn verontwaardigd over de suggestie dat de oude bomen eraan zullen moeten geloven. En zo wordt de beslissing uitgesteld, in ieder geval tot december (Gazzetta del Mezzogiorno 8 mei 2015). Maar ja, het tracée van de voorgestelde brandgang is nu al twee provincies opgeschoven naar het noorden (van Lecce nu ook naar Taranto en Brindisi) en bedreigt binnenkort dus ook de DOC olie-gebieden van de provincie Bari (zoals in het bijzonder Bitonto, Mattinata etc.).

Olijfboom gefotografeerd door mij in de omgeving van Martina Franca in 1991. ©Huib J. Lirb 1991; 2015

Olijfboom gefotografeerd door mij in de omgeving van Martina Franca in 1991. ©Huib J. Lirb 1991; 2015

Nu kom ik terug op mijn merkwaardige stilleven: het is tijd om in actie te komen. Het zal toch hopelijk niet zo ver komen dat de bijbelse plaag van de Xylella Fastidiosa eerst de Italiaanse olijfboomgaarden verwoest en daarna ook nog de Spaanse, Griekse en Franse? Het zal toch niet zover komen dat we uiteindelijk moeten hopen dat er na de verwoesting wortelstokken en scheuten moeten worden gerepatrieerd uit een reservaat in Stellenbosch Zuid-Afrika? En hoe gaat het met de olijfbomen van California? Kunnen zij de Xylella weerstaan? (Bij deze ellende komt nog de evenzeer verontrustende omstandigheid dat ook amandelbomen, kersenbomen en andere vruchtdragende struikachtigen eveneens door deze ziekte worden getroffen.) Dit probleem gaat de hele Europese Unie aan. Ik zal er later wellicht meer over berichten als ik meer duidelijkheid heb gekregen uit de wildgroei van paniekberichten.  Intussen weet ik wel dat ik van vacantie in Italië zal terugreizen met een paar blikken olie, misschien wel uit Salento ….

Nabericht 22 juni 2015. De tekst van mijn Facebook post dienaangaande. 

Op dit moment [22 juni 2015]  is de Groene Europarlementariër Josè Bovè, een Fransman, in Salento (de hak van Italië) bezig met een agronomisch experiment dat misschien van kolossale betekenis zal blijken te zijn. De olijfbomen van Puglia worden bedreigd door de abusievelijk geïmporteerde parasiet Xylella fastidiosa. Het probleem bestaat nu al drie jaar en de plaag verspreidt zich snel. Het vermoeden is nu dat althans één van de olijfboomrassen goed bestand is tegen de ziekte: de Leccino. Op uitnodiging van het Committee “De Stem van de Olijfboom” (Comitato Voce dell’Ulivo), voert de Franse politicus/agronoom nu kennelijk een enting uit van knoppen van het mogelijk resistente ras Leccino op de “Gigant van Allistè”, een monumentale 1500 jaar oude boom van het ras Ogliarola – een van de rassen die ten dode lijken te zijn opgeschreven. Laten we hopen dat het werkt! Link naar de artikelen in het Italiaans: http://it.geosnews.com/…/jos-bov-nel-salento-per-salvare-il…  Of: http://www.lagazzettadelmezzogiorno.it/…/xylella-innestate-…

Vervolgens heeft Francine Texier Hudig mij nader geïnformeerd over José Bové in de commentaren, waarvoor mijn dank.

Zie nu voor foto’s van de operatie in località Cannatare, http://www.lecceprima.it/…/bove-innesto-leccino-ulivo…