De onevenwichtige weging van de referenda over de Catalaanse afscheiding en de Britse uittreding

Terwijl men in het Verenigd Koninkrijk politieke gevolgen probeert te verbinden aan de uitslag van het Brexit referendum, accepteren nog maar weinigen dat het referendum over de Catalaanse onafhankelijkheid ook gevolgen zou moeten hebben. En dat terwijl het Catalaanse referendum om meerdere redenen een groter gewicht zou moeten krijgen nog dan het referendum over de uittreding van het VK uit de EU. Dat wil zeggen: indien men de logica en de geest van de democratie volgt.

©2019 Huib J. Lirb

©2019 Huib J. Lirb

Naar aanleiding van de montage van een college dat Clara Ponsatí heeft gegeven aan de VU, heb ik bovenstaand beeld gemaakt dat de vergelijking aangeeft tussen het democratisch gewicht van het Catalaanse referendum van 1 october 2017 en het Brexit referendum van 23 juni 2016. Professor Ponsatí wijst erop dat een groter (of in ieder geval zeer vergelijkbaar) aandeel van het totale Catalaanse electoraat voor de afscheiding van Spanje heeft gestemd dan het aantal Britten dat voor uittreding uit de EU heeft gestemd.  Eerder wees Professor Elisenda Paluzie daar ook al op (in de video “Elisenda Paluzie. The Catalan Question and International Law”, vanaf tijdcode circa 12.58). Net als president Carles Puigdemont (in de video “Een onafhankelijk Catalonië?” Carles Puigdemont in gesprek met Tim Huiskes voor Studium Generale Groningen” vanaf tijdcode 1:01:17 en in vertaling na te lezen in dit artikel).

Dan citeer ik nu een van mijn commentaren in een recente Facebook-discussie, bijna woordelijk, die verband houdt met de weging van de uitslag van het omstreden referendum. Daaruit blijkt meteen de wijze van berekening.

Dat de meerderheid van het Catalaanse electoraat een voorkeur heeft voor de onafhankelijkheid is  in 2017 twee keer bewezen via democratische weg. Met het omstreden referendum van 1 october 2017 was 90% van de stemmen voor de onafhankelijkheid. Van de 5,3 miljoen stemgerechtigden (5.313.564) is in totaal 2,2 miljoen stemmen geteld (2.286.217), waarmee je komt tot een opkomst van 42,6%. Dat is op zich al een hogere of vergelijkbare opkomst op grond waarvan de uitslagen van eerdere referenda in Spanje wél zijn geaccepteerd (zoals het referendum over de zogenaamde grondwet van de EU, het verdrag van Maastricht, met 42,3%). Maar als je ook de naar schatting 700.000 stemmen mee had kunnen tellen die door de Spaanse politie zijn in beslag genomen dan zou de opkomst met 3 miljoen Catalanen maar liefst 57,1 % hebben bedragen. Als ook 90% van de verdonkeremaande stemmen vóór de onafhankelijkheid was – hetgeen redelijk is om aan te nemen – dan zou het aantal “ja” stemmen zijn uitgekomen niet op 2.044.038 (zoals nu de uitslag was) maar op 2.107.038 stemmen.  Daar komt nog bij de veel mensen uit angst of door belemmering überhaupt niet zijn opgekomen. Het is onzinnig om automatisch te veronderstellen dat die mensen allemaal tégen waren. Kortom, een overweldigende meerderheid van 90% is vóór gebleken. Nu zou men kunnen protesteren dat het referendum niet volgens de regels is verlopen. Dat kón ook niet omdat de Spanjaarden dat hebben belemmerd. Daarmee zijn niet de unionisten benadeeld maar juist de mensen die voor de onafhankelijkheid zijn. Overigens hebben die internationale waarnemers die officieus toch kunnen waarnemen gerapporteerd dat de Catalanen naar omstandigheden hun referendum op een aanvaardbare wijze hebben laten verlopen (daartoe behoort ook de Nederlandse waarnemer Daan Everts van het Haagse Centre For Strategic Studies). De tweede keer dat democratisch is gebleken dat de meerderheid van het Catalaanse electoraat voor de onafhankelijkheid is, geschiedde met de uitslag van de algemene verkiezingen van het Catalaanse parlement in december 2017: de pro-onafhankelijkheidspartijen hebben een zetelmeerderheid gewonnen. Nu protesteren mensen dat de “popular vote” (dus de absolute meerderheid van stemmen) nét niet is gehaald. Dat komt door een lichte correctie in de weging van de stemmen om rekening te houden met de relatie tussen stad en platteland. Tegenstanders riepen schande, ook hier in Nederland, maar het systeem van ongelijke weging van districten wordt voor de USA, zogenaamd de grootste democratie van de wereld en het absolute lievelingetje van de Nederlandse pers en politieke commentatoren, gewoon geaccepteerd.

Voor mijn eerdere teksten over de politieke wiskunde rond de uitslagen, zie Catalaanse Troebelen 10b en Catalaanse Troebelen nr. 19