Woord van de dag: “embeddedness”

Begin de ochtend met een paar interessante video’s over “embeddedness” in economische sociologie, over hoe en in hoeverre het netwerk van sociale relaties bepalend kan zijn (zal zijn) in de verspreiding van informatie en de overweging van opties; dus, met andere woorden, ook hoe de rationele beslissingskracht en -richting van de berekende burger (lees: het ideaaltype van de VVD-er) zal worden gewijzigd door sociale druk (d.w.z. de druk die resulteert uit de werking van de normen en waarden, oordelen en vooroordelen, voorkeuren en eisen van de personen waaraan het individu is gerelateerd).

De economisch rationele mens van de klassieke economie (de “homo economicus”) zou op grond van zijn of haar inschatting van het eigen voordeel een heldere keuze moeten maken, als de meest “logische” keuze, tussen het bestellen van een hamburger of een veggieburger (de theorie van de rationele keuze). Maar de invulling van dat eigen voordeel introduceert overwegingen die geheel niet “economisch rationeel” hoeven te zijn. En misschien wel helemaal niet zo logisch. Misschien is deze consument namelijk bezorgd over de boze blikken die hij zou kunnen krijgen van zijn veganistische vrienden. Dan zou hij voor de veggieburger kiezen – tenzij het stiekem anders kan –  hoewel die misschien duurder zou kunnen zijn, minder naar zijn eigen smaak en misschien ook minder energie-gevend zou kunnen zijn  omdat er minder suikers in zouden kunnen zitten. Misschien loopt hij in een winkelstraat samen met zijn echtgenote die liever pizza lust, in welk geval ze daar dan maar voor kiezen. Het zou zelfs kunnen dat deze mens uiteindelijk helemaal niets blijkt te bestellen omdat zijn moeder vindt dat hij wat vaker thuis voor zichzelf zou moeten koken. Met verse ingrediënten het liefst. Misschien wel uit een duurdere Marqt? Of uit een potje? Was daar niet ook wat mis mee?

Kortom, het leven kan moeilijk zijn. Keuzes, keuzes. De figuur van de eendimensionale economische mens (denk Herbert Marcuse) die in het neo-liberale Nederland zo graag wordt gevierd als “de calculerende burger” is dan ook een fictioneel personage. Veel van de basisbegrippen van de klassieke economie zijn hoe dan ook volslagen zinloze vereenvoudigingen. Neem het begrip van “het afnemende grensnut”. Volgens de zogenaamde Eerste wet van Gossen – bekend van Heertje’s lessen Economie op de HAVO – levert de eerste eenheid consumptie van een goed of dienst meer nut op dan de tweede en volgende eenheden. Dit begrip is kennelijk cruciaal geweest in de ontwikkeling van de economische wetenschap (zie Wikipedia, s.v. “Grensnutschool” en “Marginale Revolutie”), maar hij lijkt me toch vrij zinloos voor praktisch gebruik ter verklaring van menselijk gedrag. Ja, het eerste ijsje op de warme dag bestel ik graag. Het tweede misschien ook nog. Maar na drie ijsjes hoef ik niet meer. Het grensnut is afgenomen. Dat klinkt mooi in de reageerbuis. Maar als het gaat om de keuze tussen een weekje vacantie in Barcelona, een nieuwe iPhone of een extra aflossing van de hypotheek, dan hebben we helemaal niks meer aan dat begrip. Zodra het te gecompliceerd wordt, neemt als het ware het grensnut van de theorie zelf af. De werkelijkheid is nu eenmaal gecompliceerd en soms is de theorie gewoon te simpel om ooit nuttig te kunnen zijn. Zo is het ook met de figuur van de rationele economische mens.

Hoe dan ook, de video’s die me vanmorgen weer energie en zin hebben gegeven zijn: “The Concept of Embeddedness, by Mark Granovetter”; een educatieve videoinfographic gepubliceerd door een zekere Dave Biesinger over “Network Embeddedness Theory” (al dan niet terecht toegeschreven aan Granovetter – een en ander gaat terug op Karl Polanyi en daarmee zit ik weer in de collegebanken van de later 1980er jaren!); en “Social Networks and Getting a Job”, een zeer recent videointerview met weer diezelfde Granovetter, mooi voorzien van ondersteunende teksten in beeld, over zijn onderzoek naar de werking van sociale netwerken in de praktijk van het vinden van een nieuwe baan. Dat laatste is een mooie ondersteuning van de theorie die Granovetter in een artikel in 1973 betoogde, te weten dat het juist de zwakkere verbanden zijn in een sociaal netwerk die kunnen zorgen voor de grootste verspreiding van informatie, door overbrugging, terwijl de nauwere banden eerder leiden tot introverse (“The Strength of Weak Ties” in: The American Journal of Sociology 78 (6), 1973, 1360–1380; online hier beschikbaar). Let wel, dit is geschreven lang voor er sprake was van Facebook en LinkedIn! Heel interessant.

Eindnoot (interne memo). Waarom kwam ik hierop? Ik ben net begonnen te lezen in het boek Bas van Bavel, The Invisible Hand? How Market Economies have Emerged and Declined since AD 500 (Oxford University Press: Oxford 12016) en daarin kwam Granovetter ter sprake, net als overigens Douglas North’s New Institutionalist Economics. Een feest van herkenning.